22. mei, 2016

Tekst

Sinds ik vrijwilliger ben, zijn er al 3 mensen overleden. De eerste was een mevrouw van in de negentig, waar de tumoren (zij had huidkanker) open te zien waren op haar huid. Ook zat zij in een rolstoel en kon af en toe zelfstandig eten. Gisteren hoorde ik dat meneer B. was overleden.

Meneer B. wilde het liefst zelfstandig eten. Op een middag heb ik een praatje met meneer B. gemaakt en hij vertelde dat hij elektricien was geweest. Hij verontschuldigde zich en zei tegen mij dat hij niet meer zo goed was en daarom niet goed een gesprek kon voeren. Meneer B. zat altijd naast mevrouw M. Op die middag pakte zij elkaars hand en streelden elkaar. Als een soort slangen bewogen hun handen om elkaar heen, heel liefdevol en basaal. Mevrouw M. drukte toen ook een kus op zijn hand. Een tijdje terug merkte ik al dat meneer B. problemen had met eten; hij wist eigenlijk niet meer wat eten was en vergat gewoon te kauwen. Vorige keer lag meneer B. op bed en was hij veel aan het slapen. Gisteren hoorde en zag ik dat het met mevrouw M. ook niet meer zo goed gaat. Zij eet nu ook heel slecht. Ik denk dat ze voelt dat meneer B. er niet meer is.


Meneer T. is een vrolijke kletskous. Vroeger heeft hij in de reclame gewerkt en hij leest graag kranten omdat hij op de hoogte wilt zijn van het nieuws. Hij is ook een beetje doof en daarom kan hij slecht gesprekken volgen. Aldus meneer T.


Meneer T: "Hoe heet jij ook alweer?.. Wacht ik weet het! Even nadenken hoor..."
Ik: "Weet u het al meneer T.?"
Meneer T: "Nee, maar als je de eerste letter zegt, dan weet ik het wel. Hoe weet jij trouwens hoe ik heet?"
Ik: "De eerste letter is een S meneer T."
Meneer T:" Jij hebt vast ergens gelezen dat ik meneer T. heet. Een S... Ik denk dat jouw naam Sybil is?"
Ik:" Nee meneer T, mijn naam is niet Sybil."
Meneer T: "Geeft mij de tijd, ik kom er op terug."
<Een uur later>
Meneer T: "Wacht, ik weet nu hoe je heet! Ik heb het ergens gelezen. Jouw naam is Ziggo!"