28. nov, 2016

Tekst

Vandaan ben ik op bezoek bij mijn oude buren om hun nieuwe huis te bewonderen. De buurman en buurvrouw zijn ongeveer van dezelfde leeftijd als mijn ouders.

Mijn oude buren zijn hele lieve en hartelijke mensen. Mensen waarbij geen enkel kwaad in de zin is.


Eigenlijk ook een soort dementos, alleen zijn zij niet dement. We hebben afgesproken om te lunchen, maar het is 22:30 uur wanneer ik vertrek van hun nieuwe woning.

"Dus we kwamen je een tijdje geleden tegen in het ziekenhuis." zegt de buurvrouw.
Eigenlijk heb ik geen zin om daar over te praten. 

"Ik weet niet of je bij die en die arts bent geweest, maar wij waren bij mevrouw A. Denk niet dat je daar bent geweest. In iedergeval, ze denken dat de buurman parkinsonisme heeft." 

"Parkinsonisme? Daar heb ik nog nooit van gehoord."
Ik denk dat dat de buurvrouw het verkeerd uitspreekt. 
"Nee, wij ook niet. Maar het is dus anders dan parkinson. Het heeft een veel progressiever ziektebeeld, maar is eigenlijk niet te genezen. Parkinsonisme heeft ook slechtere vooruitzichten dan parkinson. Daar zijn geen medicijnen tegen."

Ik denk aan mijn zakenrelatie Henk die parkinson heeft en heel slecht loopt. Aan het bedrijf waar hij werkt die hem na zijn herintreding op zijn vijftigste toch een kans gaf en ook behulpzaam was om verder te werken nadat zijn diagnose was gesteld. 

Ik wend mij tot mijn buurman. "Zijn er dan dagen dat je je wel beter voelt?" 
"Nee, ik kan niet echt goed meer lopen. Het wordt alleen maar slechter." zegt de buurman.

"Wij wilden zo graag een huis met een verdieping. Maar de buurman komt eigenlijk niet meer de trap op. Nu is de eerste verdieping helemaal mijn domein." glundert de buurvrouw.

Bij veel hersenziekten waar parkinsonisme optreedt komen vaak bijkomende klachten voor als dementie. 

"Het vreemde is, ik voel geen emotie meer. Ik ben niet meer heel blij, maar ook niet heel verdrietig. Alleen als ik de emotie van anderen zie doet het mij wat. Maar mijzelf eerlijk gezegd niets. Dat vind ik best moeilijk, aangezien mijn dochter in verwachting is van ons eerste kleinkind. Ook toen onze hond overleed. Het doet mij eigenlijk niets. Informatie verwerken lukt ook niet meer zo goed, dan raak ik verward. Ik merk dat er iets veranderd." zegt de buurman.

"Is het een ouderdomsziekte? Er wordt tegenwoordig zoveel onderzoek gedaan naar ouderdomsziekten. Wellicht dat er in de tussentijd toch een nieuw medicijn wordt ontwikkeld." Ik probeer iets bemoedigends te zeggen tegen deze zo altijd positieve en lieve mensen.

"Tijdens het gesprek in het ziekenhuis werd gevraaagd of wij naar de buurman's dood zijn hersenen wilde afstaan voor de wetenschap. Alleen na iemands dood kan met zekerheid worden vastgesteld of het parkinsonsme is. De arts zei tegen ons dat de levensverwachting 7 tot 9 jaar is. Maar sommige mensen overlijden binnen een jaar. Ook zei die mevrouw dat ik er wel op kon rekenen dat ik mantelzorger word. Ik vond dat niet echt leuk, wel wat teveel informatie in één keer. Maar wij kunnen het ook begrijpen hoor. Trouwens wij hebben ook een second opnion aangevraagd bij een ander ziekenhuis." zegt de buurvrouw.

"Hebben jullie daar de uitslag al van gekregen?" vraag ik. 
"Ja, ze zeiden ook dat het parkinsonisme was. Maar wij hopen natuurlijk dat het uiteindelijk geen parkinsonisme blijkt te zijn." zegt de buurvrouw.

"Het is niet anders." Hun zoon glimacht en haalt zijn schouders op.

"Hoe is het dan met humor," vraag ik. "omdat je vertelt dat emoties anders zijn."
"Dat zit wel goed hoor." grijnst de buurman. 
"Op een ochtend zit ik achter de computer. Het was de enige dag dat de buurvrouw wat later uit bed was gekomen. Wat ben je aan het doen, vraagt ze aan mij terwijl ik achter mijn laptop zit. Ik ben alvast een mantelzorger aan het zoeken voor de ochtend zeg ik." 

Wij lachen allemaal.