10. apr, 2018

Tekst



Het gaat niet zo goed met Mrs. Daisy. Vanavond ligt zij op bed. Ik doe haar kamerdeur open als ik haar bord met eten kom brengen.

Mrs. Daisy staart met lege ogen naar het plafond. Een benauwend gevoel bekruipt mij. Met een klap zet ik haar bord neer op het kastje naast haar bed.
“Mrs. Daisy?” vraag ik.



Ik zie haar borstkas op en neer gaan. Snel loop ik haar kamer uit en roep de zuster.
“Het gaat niet goed met Mrs. Daisy, kan je alsjeblieft even komen kijken?”

De zuster loopt met mij mee. Zij werpt een blik op Mrs. Daisy en slaat de deken opzij.
“Je hebt gelijk. Ik ga even iemand erbij halen.” de zuster snelt de kamer uit.

“Mrs. Daisy,” zeg ik, “hallo?”
Dan komt ze plotseling overeind en grijpt mijn arm. Ik schrik van haar plotselinge beweging.

“Hallo lieverd, ken ik jou?”
“Nee, Mrs. Daisy, maar dat maakt niet uit. Hoe gaat het met u?”
“Niet zo goed.” murmelt Mrs. Daisy.
“Wilt u wat eten, Mrs. Daisy?” vraag ik en wijs naar het bord.
“Nee lieverd, maar neem jij maar wat.” zegt Mrs. Daisy, “hoe gaat het met jou?”

Het ontroert mij zeer dat deze lieve mevrouw nu nog aan mij denkt.
“Uh, met mij gaat het goed.” hakkel ik. Mijn keel zit dicht.
“Gelukkig, fijn om te horen.” zegt Mrs. Daisy en laat zich met een klap achterover vallen.

 

Mrs. Daisy, een zeer markante persoonlijkheid op de afdeling, is de volgende ochtend overleden. Met dank aan de verzorgenden op de afdeling, ben ik ervan overtuigd dat Mrs. Daisy zich minder eenzaam heeft gevoeld. Niet alleen op deze bijzondere avond, maar ook in de periode dat Mrs. Daisy in het verpleeghuis verbleef. Altijd liep zij er keurig verzorgd bij. Gekleed door de verzorgenden van de afdeling.