1. mei, 2018

Tekst














Het is de avond dat Mrs. Daisy op sterven ligt.
Buiten is het donker en de bewoners hebben al gegeten.


Ik merk dat ik wat gespannen ben. Naast mij aan tafel zit mevrouw Uil. Ergens doet zij mij denken aan een uil. Misschien door de dikke brillen glazen die haar ogen vergroten. Mevrouw Uil is een tengere oude dame. Net als Mrs. Daisy, ken ik mevrouw Uil al ruim        2 jaar sinds ik vrijwilliger ben op de afdeling.


“Ik ben bang.”
“Waarom bent u bang?” vraag ik.
“Dat weet ik niet. Ik ben gewoon bang. Mijn verstand zeg dat ik niet bang moet zijn.
Maar ziet u, er is ook iets mis met mijn verstand. Ik vergeet heel veel dingen.”
“U hoeft niet bang te zijn. Er is geen reden om bang te zijn. Er zijn hier heel veel mensen. En straks gaat u lekker naar bed, want het is al best laat.”


“Ga ik alleen naar bed? Is dat niet eng?” vraagt mevrouw Uil.
“Ja, mevrouw Uil. Het is hier heel luxe. Het is toch fijn dat u een eigen kamer heeft.
Straks heeft u een kamergenoot die snurkt of allerlei scheetjes laat in bed. Dat is toch niet prettig?”
Mevrouw Uil giechelt en is het eens dat het toch beter is om alleen een kamer te hebben.


“Welke dag is het vandaag?” vraagt mevrouw Uil. 
Dit is één van de favoriete vragen van haar.


“Als het gisteren zondag was, welke dag is het dan vandaag?” 
Dit is één van mijn favoriete wedervragen aan haar.


“Vandaag is het dan maandag.” 
Er verschijn een brede glimlach op haar gezicht. 
“Er is helemaal niets mis met uw verstand. Alleen met uw geheugen. Daarom denk ik dat u wel kan vertrouwen op uw verstand. En u ook niet bang hoeft te zijn.”


Mevrouw Uil denkt zichtbaar na.
“Dat heb je mooi gezegd. Ik denk dat je gelijk hebt.”


“Hoe heet jij ook alweer?” vraagt mevrouw Uil.
“Mijn naam is Shosha. Ja, niet echt een makkelijke naam.”
“Dat maakt niet uit. Niet alles wat mooi is, is per se makkelijk.” aldus mevrouw Uil.

 

Lieve mevrouw Uil is kort na Mrs. Daisy overleden.