Interview Kees van der Burg directeur-generaal Wet Langdurige Zorg

Het is dinsdag eind van de middag als ik het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betreed. Het is een groot gebouw met hoge plafonds en veel licht.

Afgesproken is dat één van de persvoorlichters van het ministerie mij komt ophalen bij de receptie. De goedgeklede jongeman stelt voor om een korte rondleiding te geven.

Op de trappen staat het aantal calorieën dat je verbrandt sinds de entree van het ministerie.

“Is werken voor het ministerie een beetje als in de Netflix serie House of Cards?”
“Nee,” zegt de persvoorlichter verbaasd.
“ik heb nog nooit maar iets meegemaakt dat daar op lijkt.”

Kees van der Burg staat in de deuropening.
Achter hem ligt een schoteltje met dropjes. Wij spreken af om te tutoyeren.
“Gelukkig, er zijn ook nog snoepjes op het ministerie van Volksgezondheid.”

Meteen zegt Kees: “Wil je misschien?” en houdt het schoteltje met honing dropjes voor. Ik sla het aanbod af. Immers volgens de traptreden heb ik nog te weinig calorieën verbrand.

Tegenwoordig hebben veel mensen te maken met dementie. Onlangs was Kees bij een grote bijeenkomst en toen werd er gevraagd wie er niemandkent in zijn omgeving met dementie. Er ging maar 1 hand op in de zaal.

Kees valt direct met de deur in huis. Zijn vader had ook dementie en is afgelopen week overleden in het verpleegtehuis. Hij vertelt dat de dementie ook een meer open persoon van zijn vader maakte en dat hij opeens interesse kreeg in schilderen.

Tijdens het gesprek vertelt Kees veel persoonlijke verhalen over zijn vader en zijn positieve ervaringen met het verpleegtehuis waar zijn vader woonde en andere verpleegtehuizen die hij in Nederland heeft bezocht. Kees praat heel snel en heeft veel te vertellen. De persvoorlichter had al aangegeven dat er waarschijnlijk genoeg aan bod zou komen.

 

Op welke manier is in de afgelopen jaren de zorg in de verpleegtehuizen verbeterd?

Er zijn grote verschillen met het buiteland hoe men met verpleeghuiszorg omgaat. Verschillende delegaties uit het buitenland komen juist kijken naar hoe Nederland zorg aan ouderen verleent. Met name uit Japen en China, waar ontgroening en vergrijzing van de bevolking enorm toeneemt.

De uitkomst van de rapporten naar aanleiding van de inspectiebezoeken zijn ook steeds positiever.

Ook door de inzet van extra financiële middelen is er tijd voor medewerkers in de zorg voor leer- en innovatienetwerken. Er wordt weer veel meer aandacht gegeven aan de individuele wensen van de cliënt.

Als laatste noemt Kees ook de technologische ontwikkelingen op het gebied van zorg, met als voorbeeld een Virtual Reality bril voor medicijnverstrekking aan cliënten. Deze bril herkent de gezichten van cliënten en weet dan precies welke medicijnen verstrekt dienen te worden. Dit is ook handig voor tijdelijke invalkrachten of nieuwkomers.


Wat maakt werken in verpleegtehuizen een aantrekkelijk beroep?

Onmiddellijk antwoord Kees de mogelijkheid om iets voor een ander mens te betekenen, zonder dat hier wellicht sprake is van wederkerigheid.

Hij vertelt over de bijzondere relatie driehoek die hij heeft ervaren in het verpleegtehuis tijdens de zorg voor zijn vader bestaande uit de cliënt-familie-verzorgenden. Eigenlijk werden de verzorgenden, de overige cliënten en de familieleden een soort nieuwe familie. Het is heel mooi en bijzonder om hier deel van uit te maken.

 

Momenteel wil de overheid mogelijkheden bieden om ouderen die zorg nodig hebben langer thuis te laten kunnen wonen. Welke middelen zijn hiervoor nodig en zijn deze voorhanden?


Ouderen willen het liefst in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig oud worden en een fijn en zinvol leven leiden. Om dit beter mogelijk te maken heeft het ministerie het programma Langer Thuis (juni 2018). Het kabinet investeert daar de komende jaren 340 miljoen euro in.

Indien u hier meer over wilt lezen van dit via deze link: 

https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/hugo-de-jonge/nieuws/2018/06/18/340-miljoen-voor-thuiswonende-ouderen-zelfstandig-oud-worden-in-vertrouwde-omgeving

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een akkoord bereikt met partijen in de wijkverpleging voor de periode 2019-2022. Naast de investering voor het programma Langer Thuis wordt er tevens de komende 4 jaar in totaal € 435 miljoen extra in de wijkverpleging geïnvesteerd.

 

Hoe ziet de toekomst eruit voor de ouderenzorg en bestaan verpleegtehuizen nog in dezelfde hoedanigheid?

Hoe de toekomst eruit zal zien hangt sterk af van de ontwikkelingen op het gebied van technologie en demografie.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) brengt eens in de 4 jaar de belangrijkste toekomstige maatschappelijke opgaven op het gebied van ziekte, gezondheid, gezondheidsdeterminanten, preventie en gezondheidzorg in Nederland in beeld: Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). De meest recente VTV verscheen in 2018. Indien u hier meer over wilt lezen kan dit via deze link: 
https://www.rivm.nl/Onderwerpen/V/Volksgezondheid_Toekomst_Verkenning_VTV.  

Het ministerie zit niet stil; november jl. is er een speciale commissie opgericht die zich bezig zal houden over de zorg voor ouderen thuis in 2030 waar verschillende deskundigen zitting in hebben. Meer informatie zie: https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/hugo-de-jonge/nieuws/2018/11/02/commissie-buigt-zich-over-de-zorg-voor-ouderen-thuis-in-2030.

Wel verwacht Kees dat de zorg steeds dichterbij huis zal worden geleverd.

In ziekenhuizen zie je tegenwoordig ook veel ouderen als cliënt. Momenteel zijn er verpleegtehuizen en ziekenhuizen die taken van elkaar overnemen. Kees verwacht dat dit in de toekomst alleen maar meer wordt.


Wat maakt uw werk gerelateerd aan de ouderenzorg leuk?

Kees noemt en roemt de verschillende (in) directe collega’s waar hij mee te maken heeft.

Tijdens het interview komt er een hele grote man binnen die Kees direct een knuffel geeft. Ik kijk een beetje verbaasd, maar dan zegt de man tegen Kees: “Gecondoleerd met je vader.”

Nieuwsgierig kijkt hij naar mij en stelt zich voor als Erik Gerritsen. De heer Gerritsen is secretaris-generaal van het ministerie en de baas van Kees.

Als ik later de heer Gerritsen op de gang weer tegenkom vraagt hij belangstellend hoe het interview is verlopen.

Ik begrijp wel waarom Kees het werken op het ministerie zo leuk vindt met zulke fijne collega’s.