2. aug, 2016

Tekst

De kleine dappere vrouw zit in de woonkamer. Het is lunchtijd.
Ik loop naar haar toe. 
"Hoe gaat het met u?" vraag ik. 
"Oh, het gaat wel." antwoordt zij beleefd. 
"Ik heb een verrassing voor u." 


Haar ogen lichten op. 
"Wat is de verassing dan?" vraagt zij. 
"Ik heb een haring meegenomen." 
"Oh wat fijn! Ik ben gek op haring!"

Langzaam en op haar gemak peuzelt de kleine dappere vrouw de haring op met uitjes. Met een boterham erbij die zij zelf smeert met boter.
Haring is zo vet. Brood helpt tegen de vettigheid in haar keel vertelt zij aan mij. 

De kleine dappere vrouw loopt na de lunch voorbij. "Kan ik ook naar buiten?" 
De deur mag helaas niet open omdat het om de haverklap regent.
Ik stel voor om naar beneden te gaan en buiten een rondje te lopen.

Wij staan voor de lift. 
"Gisteren heb ik voor het eerst gesjoeld. Kan jij ook sjoelen?" vraagt zij aan mij.
Ik moet aan haar bekennen dat dit een hele tijd geleden is en dat ik het niet zo goed meer weet. "Het was mijn eerste keer, maar ik ben wel eerste geworden." glimlacht de kleine dappere vrouw trots. 
"Dan heeft u vast talent." zeg ik bemoedigend.

Alhoewel het koud begint te worden buiten en het op het punt staat om weer te gaan regenen, loopt de kleine dappere vrouw met haar geblokte sjaal om haar hals fier door.
"Doen wij nog een rondje? Het lijkt wel een marathon. Ik denk dat u weer als eerste eindigt."

"Ik weet niet of ik als eerste eindig," zegt de kleine dappere vrouw met de rollator. "maar ik weet wel zeker dat ik als eerste weer boven ben."